Studie: de voordelen van het geven van slechts één ma altijd aan uw hond

Twee ma altijden? Drie ? Wat is het beste? Een nieuwe studie heeft zojuist een verbazingwekkend antwoord gegeven.

Een ma altijd per dag voor een betere hondgezondheid?

De studie door een team van onderzoekers onder leiding van Emily Bray van de Universiteit van Arizona, werd op 28 april gepubliceerd in het tijdschrift GeroScience. Om tot hun conclusies te komen, analyseerden de onderzoekers de gegevens die waren verzameld tijdens een nog steeds grootschalige en nog lopende studie, het Dog Aging Project. De wetenschappers analyseerden gegevens over leeftijd, grootte, ras, cognitieve functies, gezondheidsproblemen en ma altijdfrequentie bij 10.000 honden.

Onderzoekers hebben aangetoond dat honden die eenmaal per dag gevoerd worden, over het algemeen een betere gezondheid hebben, met minder tandheelkundige, gastro-intestinale, nier-, urineweg-, orthopedische problemen en minder lever- en nierschade aan de alvleesklier. Volgens de resultaten van dit onderzoek kan het voeren van slechts één ma altijd aan een hond ook gunstige effecten hebben op cognitieve functies.

De studie vond echter geen significant verband tussen ma altijdfrequentie en neurologische aandoeningen, hartgezondheid en kanker.

Causaliteit moet nog worden aangetoond

Deze studie heeft daarom een verband gelegd tussen de frequentie van de ma altijden en de gezondheidstoestand van de hond. Dit verband komt op dit moment echter alleen overeen met een eenvoudig verband tussen de twee factoren. Causaliteit, d.w.z. het bewijs dat slechts één ma altijd per dag in plaats van twee of drie de gezondheid van de hond verbetert, moet in de toekomst worden aangetoond.

“Indien bevestigd door toekomstige studies, kan het verstandig zijn om de huidige heersende aanbeveling om volwassen honden tweemaal daags te voeren opnieuw te bekijken”, legt de studie uit.

Deze regel van twee ma altijden per dag voor een volwassen hond is inderdaad ongegrond en heeft een "obscuur" grondgedachte, volgens de studie. Dit suggereert dat "vaker eten in feite suboptimaal kan zijn voor veel leeftijdsgebonden gezondheidsproblemen."

We moeten dus niet haasten om de voedingsfrequentie van onze honden te veranderen, vooral volwassenen die eraan gewend zijn en er niet over klagen, vooral omdat de studie bepaalde beperkingen heeft. Op basis van zelfgerapporteerde gegevens van hondenbezitters kan de betrouwbaarheid van het onderzoek in twijfel worden getrokken. Hondenbezitters kunnen details vergeten of bepaalde vragen of informatie verkeerd interpreteren.Het onderzoek moet daarom met de nodige voorzichtigheid worden genomen, in afwachting van verder onderzoek om de resultaten te bevestigen of te weerleggen.

Lees ook: Hondenvoer: soorten ma altijden en frequentie